Stilte aub
Zodra de Vierdaagse voorbij is, is het alsof er een sneeuwdeken over het dorp valt, het leven in Wijchen wordt gedempt. De caravans die eerst nog her en der op opritten stonden, met een kabel als een staart aan het lijf hangend, zijn allemaal vertrokken. Ik hoef niet meer naar de deur te lopen om pakjes aan te nemen, al blijf ik als thuiswerkende ook nu de conciërge van de straat. Wanneer ik vastzit in een hoofdstuk of even aan wat anders toe ben, loop ik naar de huiskamer, kijk van daar uit de weg over. Op een vlekkerige kat die een vogel besluipt na, is alles oké.
Met mijn koffie in de hand overzie ik de tuin, het is de maand van het jaar waarin je daar niets hoeft te doen behalve te genieten. Sproeien doe ik doe ik niet aan, alleen de potten en vogelbadjes krijgen water, de rest moet zichzelf maar zien te redden of niet. Survival of the fittest, evolutie in de tuin.
Vrienden, familie en sociale-media-genoten, bijna iedereen is met vakantie en toont het plezier. Ik zag eerst foto’s van files of rijen daarna parasols en kathedralen en ten slotte vielen ook zij stil. In de nieuwsapp is het komkommertijd. De enigen die de kop opsteken zijn de Koor-leden, die niet mee geëvolueerd zijn maar in tijden zijn blijven steken waarin men meende dat vrouwen minderwaardige wezens zijn ten opzichte van mannen, sowieso menen de Koor-leden dat er alleen maar mannen óf vrouwen zijn. Ze hebben nog heel wat te leren. Ik laat ze brallen en lallen, ze zijn het niet waard om de stilte te laten verstoren. Ook mijn en andermans kinderen maken hun reizen, als zij genieten heb ik ook plezier. Er zijn nog wel wat peuters, ze noemen zich boer, stampvoeten met vuur en versperring op de weg. Ze kennen nog geen gevaar, moeten nog leren dat je niet andermans spullen mag vernielen nee óók niet als je je standpunt duidelijk wilt maken. Maar ik hoef niet op pad, dat scheelt. Juist nu kan ik ongestoord meters maken met mijn manuscript. Fijne zomer allemaal.